Wanneer presteren vanzelf gaat
Als presteren voor jou voelt als ademhalen, denk je er nauwelijks bij na. Je regelt, plant, organiseert en lost op. Op je werk ben je degene die doorpakt, thuis degene die alles draaiende houdt en in je sociale kring degene die nooit stilzit. Het type dat zelden klaagt, gewoon dóórgaat. Toch merk je op rustige momenten dat je moe bent op een manier die slaap niet oplost. Je hoofd blijft vol ideeën, lijstjes en verwachtingen. In gesprekken over coaching voor vrouwen hoor je vaak dat juist deze sterke, slimme types het lastigst zijn om echt stil te staan bij hun grenzen, omdat ze die nauwelijks herkennen.
Die continue drive komt ergens vandaan. Vaak leer je al jong dat hard werken gelijkstaat aan succes, waardering en veiligheid. Ergens onderweg wordt dat een gewoonte, bijna een identiteit. Je bent degene die dingen fixt, oplossingen bedenkt en nooit opgeeft. Klinkt top, tot je merkt dat je steeds minder voelt wat jóu eigenlijk blij maakt. Je leeft vooral op wat ‘moet’, in plaats van wat ‘mag’ of ‘wil’. De vraag “en ik dan?” stel je steeds minder. En als je ‘m toch stelt, weet je soms het antwoord niet meer.
Het gekke is dat juist mensen die zo goed zijn in presteren, vaak moeite hebben met vertragen. Rust voelt onproductief, leeg of zelfs een beetje ongemakkelijk. Want als je stilstaat, komt er ruimte voor gevoelens die je normaal wegwerkt met actie. Twijfels, vermoeidheid, onzekerheden – ze kloppen ineens aan. Dus ga je weer door. Hard werken wordt een strategie om niet te hoeven voelen. Ondertussen stapelt de spanning zich op, langzaam maar zeker. Tot je lichaam of hoofd ooit zegt: nu even niet meer.
De rol van rust vinden
Rust klinkt simpel, maar voor veel gedreven mensen is het allesbehalve dat. Want hoe doe je niets, als je brein altijd op sprintstand staat? Rust vraagt oefening. Niet in op de bank ploffen met je laptop erbij, maar écht uitzoomen. Zonder to-dolijst, zonder nieuwe doelen, zonder prestatiedrang. In gesprekken met cliënten, waaronder mensen die bij Maaike Taconis hulp zochten, valt op hoe spannend dat kan zijn. Want als de drive even wegvalt, wie ben je dan nog? Veel mensen ontdekken dat rust niet gelijkstaat aan stilstand, maar juist het begin kan zijn van een nieuwe, gezondere beweging.
Het vinden van rust betekent niet dat je minder ambitieus hoeft te worden. Het betekent dat je slimmer met je energie leert omgaan. Je ontdekt wanneer je gas geeft en wanneer je remt. Je leert voelen waar je ja tegen zegt en waar je eigenlijk nee bedoelt. En dat is geen zwakte, maar kracht. Want echte prestaties komen pas goed tot hun recht als je ze combineert met herstel. Zoals spieren groeien door rust, groeit mentale veerkracht door pauzes.
Praktisch gezien begint rust bij kleine keuzes. Vijf minuten bewust ademhalen. Even wandelen zonder podcast. ‘Nee’ zeggen waar je normaal automatisch ‘ja’ zou zeggen. Grenzen aangeven nog vóórdat je leegloopt. Dat klinkt klein, maar het effect is groot. Je merkt dat je hoofd rustiger wordt en je keuzes helderder. Je hoeft niet alles tegelijk, altijd maar te dragen. Je mag leunen, vertragen en ruimte maken. En precies daar ontstaat weer plezier en lichtheid.
Vastlopen in meerdere rollen
Ambitieuze mensen spelen vaak meerdere rollen tegelijk. Professional, partner, ouder, vriend(in), mantelzorger, vrijwilliger – en allemaal met volle inzet. Je wilt overal goed in zijn, niemand teleurstellen en alles perfect doen. Het resultaat? Overvolle dagen en een hoofd dat nooit pauze krijgt. Je vliegt van meeting naar sportclub, van gezinsplanning naar sociale verplichtingen, zonder echt bij jezelf in te checken. Je voelt je verantwoordelijk voor het geluk van anderen en vergeet ondertussen dat jouw energie ook onderhoud nodig heeft.
Vastlopen gebeurt vaak niet door één grote klap, maar door honderd kleine duwtjes. Elke keer iets meer geven dan eigenlijk goed voelt. Elk weekend vol plannen stoppen. Elk signaal van vermoeidheid wegwuiven met “nog even doorzetten”. Tot je merkt dat je prikkelbaar wordt, slecht slaapt of emotioneel sneller uit balans raakt. Je bent niet zwak; je bent simpelweg te lang sterk geweest zonder op te laden.
Het herkennen van deze patronen is de eerste stap naar verandering. Je leert kijken naar je rollen: welke kies je bewust en welke zijn automatisch geworden? Waar leg je de lat onrealistisch hoog? En waar kun je mildheid oefenen? Door bewust ruimte te creëren, ontdek je dat niet elke rol alles hoeft te krijgen. Soms is “goed genoeg” écht genoeg. En dat geeft verrassend veel rust.
In beweging komen zonder jezelf te verliezen
Vertragen betekent niet stoppen met groeien; het betekent groeien met aandacht. Jij mag nog steeds dromen, doelen stellen en stappen zetten, maar dan zonder jezelf voorbij te rennen. In beweging komen start bij helderheid. Wat wil je eigenlijk? Niet wat er van je verwacht wordt, maar wat jij voelt. Als dat helder wordt, verschuift motivatie van moeten naar willen. Actie voelt lichter, minder geforceerd.
Door kleine experimenten toe te passen – andere werkdagen indelen, meer tijd blokkeren voor herstel, gesprekken voeren over je grenzen – ontdek je wat écht bij je past. Je merkt dat je productiever wordt omdat je scherper kiest. Minder doen, maar beter. Meer rust in je lijf zorgt voor meer focus in je hoofd. En dat zie je terug in plezier, creativiteit en zelfvertrouwen.
Het mooiste resultaat is vaak dat je weer jezelf herkent. Niet alleen de doener, maar ook de voeler, de dromer, de rustige waarnemer. Je leert dat jouw waarde niet zit in wat je presteert, maar in wie je bent. Presteren mag nog steeds je second nature zijn, maar rust wordt je nieuwe superkracht. Een kracht waarmee je niet minder gaat doen – maar veel beter wordt in kiezen wat écht telt.
